Ouder worden, het is wat. Mijn haar wordt dunner en er verschijnen hier en daar rimpels op mijn hoofd die niets met de avond daarvoor te maken hebben. Gelukkig zit ik echter nog in de fase dat ze zich nog niet permanent op mijn gezicht hebben genesteld, maar dat zijn ze wel van plan. Ik voel het. De secreten! Het is dus wachten op een coupe. Nou ja, een regelrechte overname is wellicht een betere beschrijving, want was het maar een coupe. Want van alle ongemakkelijkheden die met de jaren komen erger ik me toch wel heeft meest aan mijn teruglopende haargrens. Vetrandjes? ACH. Kraaienpoten van het formaat van een tuinhark? SWA. Voorhoofdrimpels ter grote van lange vingers? I CAN TAKE IT! Wallen waar ik bijna over struikel? PFFF, WHO GIVES A SHIT. Accepteren, negeren en een dikke “Fuck It”, is het devies, maar een coupe alla Yvo Niehe is toch wel een regelrechte nachtmerrie. Of een Dick Advocaatje. Zwetend kan ik er van wakker worden. Juist op dat soort momenten denk ik dan nog weleens aan vroeger. Nike Air 180’s aan mijn pootjes (veters uiteraard los), zonnebrilletje op en met mijn vrienden op straat luisteren naar hip hop uit een veel te grote gettoblaster. Voor de jongere lezers onder jullie en dat zijn er behoorlijk veel heb ik inmiddels gemerkt: Een ghettoblaster is een soort van grote kwalitatief zeer inferieure IPod. Vaak zilver van kleur, een kilootje of tien schoon aan de haak en voorzien van zes dikke Duracell Plus D batterijen.
Genoeg energie om precies een cassettebandje mee af te kunnen luisteren. Een voor die tijd prima systeem overigens, ware het niet dat de gemiddelde ghettoblaster bandjes liever op at, dan dat hij ze afspeelde. Ofwel, tja, vroeger was dus niet alles beter. Het merendeel van de huishoudelijke apparatuur van weleer was simpelweg gewoon RUK vergeleken met nu. Maar goed, alles heeft zo zijn charme. De keren dat de tapes het namelijk wel overleefde deed het serotoninegehalte wel direct stijgen. Nu heb je daar een pilletje voor. Veel gemakkelijker, maar wel minder avontuurlijk.
Anyway, de hunkering om weer eens terug te dwarrelen naar vroeger wordt naarmate de jaren voorbij vliegen toch wel gewoon groter. Noem het een pre-midlifecrisis. Tijd voor een motor en een oorbel? Pfff, jezus…Ik moet er niet aandenken. Maar wat dan wel? Het gevoel om hier iets mee te moeten kon namelijk niet langer worden genegeerd. Gelukkig voor mij diende het antwoord zich precies op het juiste moment aan. Een vriend van mij heeft in Amsterdam namelijk een tattooshop. En ik kan niet anders stellen dan dat hij goed op weg is om de nieuwe Henk Schiffmacher te worden. De ene BN’er na de andere wandelt zijn tent binnen. Lil ‘kleine, Dave Roelvink, Nieky Holzken, Lars Veldwijk en ga zo maar door. Ze wandelen allemaal maandelijks zijn shop in en uit. Nu moet ik eerlijk zeggen dat het merendeel van die gasten me persoonlijk behoorlijk koud laten. Leuk voor hem, maar niets voor mij om warm van te worden. Tot het moment dat ik een belletje kreeg om op donderdag 20 december om 13.00 uur in de shop langs te komen. Niet Lil ‘kleine of een van die andere droeftoeters waar mijn dochter helemaal wild van is kwam langs, maar Cypress Hill. Say what? Cypress Hill… De naar mijn mening beste HipHopgroep aller tijden. De groep waar ik en mijn vrienden in 1993 stijl van de bank achterover vlogen bij het zien van de eerste videoclip op Yo-MTV-raps. Nu gaat alles uiteraard via Spotify en Youtube. Een druk op de knop en je hebt tegenwoordig alles wat je wilt horen, maar dat was in mijn tijd toch net even anders. Toen zaten we de hele dag met de middelvinger aan de RECORD-knop van de videorecorder (ga ik niet uitleggen) gekluisterd (ja, ook echt dat woord) te wachten totdat die ene clip weer voorbij kwam om ‘m op te nemen…. Om vervolgens al je maten via de vaste lijn (een telefoon met een draadje) te melden dat je hem had.
Jezusssss…. Wat een gedoe toen. Echt, even serieus. Aan de andere kant had het ook wel weer zo zijn charme. Een huis vol gasten die een videoclip kwamen checken om er vervolgens de hele dag verder een gesprek over te hebben…Moeilijke beat… Vette sneaks… Lekkere spit… Dit, dat, zus, zo… Want tja, wat moest je in die tijd anders?
Anyway, ik heb Cypress Hill twee keer gezien in de Melkweg en een keer op Lowlands. De groep waar mijn gettoblaster ongeveer de meeste tapes van heeft opgegeten. “Jezusssss”, dacht ik, “wat moet ik aan? Wat ga ik zeggen? Mag ik überhaupt wel wat zeggen?” Ga ik 100% groupiestyle of behoud ik mijn cool? Ik geef het niet graag toe, maar de voorlaatste dag heb ik echt onrustig geslapen. Wat ga ik doen? Zelden zo een zin gehad in een dag en dan breekt hij opeens aan. Zit je dicht tegen je 41-ste met klamme handjes in de trein richting Amsterdam. Triest en treurig tegelijk. Maar goed, het is wat het is en ik kom er eerlijk vooruit. Mijn hoofddoel: een vette foto met ze. “That would definitely seal the deal.”
Nou, om een lang verhaal kort te maken, is die foto niet echt gelukt. Niet omdat zij dat niet wilden. Nope, zij waren echt super relaxed. De hele middag lekker mee lopen ouwehoeren over kids, kleinkids (ja echt serieus), muziek, Amsterdam en God mag weten wat nog meer. Ik heb verdomme een reptiel uit een terrarium gepakt, op mijn hoofd gezet voor een foto en dat terwijl ik een fobie heb voor reptielen. Ik begon relaxed, maar naarmate de middag vorderde nam de gênantheid toe. From hero to zero. Een hagedis van een meter op mijn hoofd, niet eten, drank in overvloed en al het andere wat voorbij schoof. Pfff… Van alles is een foto genomen behalve van mij en “The Hill.” God, ik kan er nog sentimenteel van worden. Zoals gezegd, niet omdat zij dat niet wilden, maar omdat ik niet echt meer in de geestelijke toestand was om op het moment suprême op een ordentelijke wijze op de foto te kunnen. Want tja, wat doe je als je een “ones in a lifetime oppertunity” krijgt om met je jeugdhelden van God los te gaan? Juist, dan doe je dat. Van God los. Geloof me, dan vergeet je de kids en trek je alles waar ook maar een kurk op zit open en beland je dus uiteindelijk in een hele serene comateuze toestand op een bankje. De enige foto die ik heb, is er een waarin bij mijzelf al het licht goed was uitgegaan, en een van de boys net een naald in zijn kuit gezet kreeg. Niet echt een voor mijn memoires, maar ach. Tot meer was ik gewoon niet meer instaat.
Het moraal van dit verhaal? GEEN. Diepere lagen? ZERO. Maar een tip voor al jullie ouders die liggen weg te kwijnen op de bank heb ik dat weer wel: geef lekker gas, denk vooral ook echt een keer aan jezelf, Work Hard Party Hard, guck de foto’s voor je eigen Insta. Geniet van het moment in het moment en met een beetje mazzel beland je dan op een account waar je echt vrolijk van wordt.
ROBERT (klik hier voor zijn Instagram)