Ik wist het al jong, ik ben op de wereld gekomen om te zorgen voor kinderen. Het liefst die van mijzelf, maar ook die van anderen.
We hadden al een heerlijk meisje gekregen: Mila. Een fantastische makkelijke baby. Alles ging easy en vanzelf. Anderhalf jaar later was ik na de zomervakantie opnieuw zwanger. Dit keer van een jongetje. Super leuk een koningskoppel. Bij Morris wilde ik heel graag thuis bevallen. De bevalling van Mila was ronduit dramatisch, alles duurde lang, ook de weeënstorm. Ik heb aan een morfinepomp gehangen en zag roze konijnen rondhuppelen. Na een knip en vacuüm pomp werd het na 24 uur ploeteren net geen keizersnede. De bevalling van Morris ging een stuk sneller, na een paar uur weeën opvangen kwam de verloskundige. Ze zei dat ik al op 5 cm zat. Hoewel ik echt thuis wilde bevallen kreeg ik het op mijn heupen en moest perse naar het ziekenhuis. Binnen anderhalf uur stonden we weer buiten, met een nieuw roze wezentje in een maxicosi op mijn schoot. Morris was heel rustig de eerste 24 uur, daarna ging hij los. Hij was constant wakker, grote ogen die niet wilde sluiten. Hij huilde niet, hij schreeuwde. Meer wel dan niet. De kraamzorg gaf aan dat ze eigenlijk nog nooit zo’n baby had gezien. Morris dronk niet goed, was weinig tevreden. De verloskundige heeft een paar dagen meegekeken en adviseerde inbakeren en een osteopaat. Vol in je hormonen wist ik echt niet waar ik het moest zoeken. Wat is er mis met dit kindje?
Met een één week oude baby kwamen we bij een osteopaat. Wij zijn beide vrij nuchter, maar waren blij met alles wat zou helpen. Ik kan je niet vertellen wat een osteopaat precies doet, hij had zweverige muziek op, het was warm in zijn kamertje en hij maakte bewegingen bij Morris waarvan hij rustig werd. Hij gaf aan dat hij heel warm bij zijn lever was, iets wat betekent dat er vuur in zijn lijfje zit. De dagen na de behandeling werd het huilen alleen maar erger. Hij verwees ons door naar een huilbaby expert, maar ook zij gaf al snel aan dat ze de oorzaak niet zag en dacht dat het goed was om te kijken naar het vorige leven dat Morris heeft gehad. Wellicht zaten er trauma’s dwars. Compleet overdonderd door alles ging mij dit te ver. Hoe kon dit? Ik weet hoe baby’s werken, waarom snap ik deze niet?
Uiteindelijk zat ik huilend op het consultatiebureau, maar in plaats van met mij mee te kijken werd ik weg gestuurd met een flyer over postnatale depressie. Super onzeker begon ik aan mijzelf te twijfelen. Ligt dit dan aan mij? Maar Morris had het overal moeilijk, bij opa en oma die hem al heel vroeg nachtjes mee namen om ons adem te geven. Maar later ook bij de gastouder. Bij Michael, bij iedereen. Uiteindelijk was daar de druppel, onzeker zaten we bij de huisarts en kregen een doorverwijzing om te checken of er misschien een allergie of reflux te vinden was. Na een ochtend vol onderzoeken was daar de conclusie: ‘Er is niks mis met de gezondheid van jullie zoon…’ Weet je wat het gekke was, dat was bijna teleurstellend. Want hoe moeten we hem helpen als er geen aanduidbare aanstichter is voor zijn onrust? Morris was zes weken oud en het enige wat ze konden aanbieden was een week op de huilpoli om zijn patroon te doorbreken. Huilpoli betekende, inbakeren, eten, slapen en ouders moesten naar huis en mochten niet bij hun kindje zijn. De reden hiervoor was dat ouders ook even uit de negatieve spiraal moeten. Maar in mijn ogen was een baby alleen laten als hij zes weken is niet een gezonde situatie. Boos en teleurgesteld gaf ik aan dat dit dus niet ging gebeuren. Eenmaal thuis ging bij mij de knop om, het hoorde dus bij hem, dus we moesten het uitzingen. Een kennis van ons kwam helpen met het knopen van draagdoeken, want al snel kwamen we erachter dat hij zich zo wel prettig voelde. We accepteerden dat hij bij ons rustig sliep, hij werd wel elke 2.5 uur wakker, maar een hand op zijn middenrif en hij was weer rustig.
Zo ging het met elke maand dat hij ouder werd wat beter. De eerste vier maanden zat hij bijna nonstop in de draagzak, bij mij, bij opa en oma en bij de gastouder. Daarna kon hij steeds meer en was hij dus ook steeds meer tevreden. Alleen het slapen bleef een drama, altijd elke 2,5 uur had hij bevestiging nodig dat hij niet alleen was. Tussendoor was Morris ook bijna een heel jaar chronisch verkouden geweest met verschillende oorontstekingen. Een week voor hij één jaar werd sliep hij ineens door. Drie maanden daarna was het weer bal, Michael en sliepen om de beurt op een matras naast zijn bed in de hoop dat hij vertrouwen kreeg in alleen slapen.
Toen Morris twee jaar en drie maanden was, kreeg hij een babybroertje. Mex is thuis geboren, de bevalling duurde in totaal 1,5 uur. Ik had weeën in de supermarkt en heb rustig mijn boodschappen gedaan, thuis rolde Mex er nog net niet uit. Mex woog 4,5 kilo, een beer van een kerel die het meteen op een schreeuwen zette. Hij had honger. Morris was van slag, zette de hele nacht het huis op zijn kop. Had overdag woede uitbarstingen. Ik deed alsof het er allemaal bij hoorde, schouders eronder en gaan. Ik voelde mij goed en zat na een week al op de fiets om Mila naar school te brengen, even lekker de deur uit. Mex was een hongerige baby, dus al snel kreeg hij kunstvoeding op verzoek. Maar ook hij had van die grote kijkers en wilde niet echt slapen. Ook hij had rode haren en een pittig temperament. Ik maakte mijn borst vast nat. Tegelijkertijd benauwde het mij, dit ga je niet menen? Moest ik nog een jaar zo’n ploeterweg ondergaan? Tot op een morgen ik het gevoel had dat ik geen adem meer kreeg, op aanraden van iemand die wat verder van mij af stond ben ik naar de huisarts gegaan en samen met de praktijkondersteuner kwamen we al snel tot de conclusie dat ik een soort post traumatische stress stoornis had. Om mij gerust te stellen mochten we nog langs het ziekenhuis, maar Mex sliep ondertussen al de nacht door, dus dan is er geen reden tot onderzoek.
Ik ben pedagoog, daarom wellicht wat strenger naar mijzelf als het op opvoeden aan komt. Maar hoewel onze opvoeding bij elk kind hetzelfde is, werkt niet alles op dezelfde manier. Huilbaby’s zijn killing. Super fijn als er een oorzaak wordt verholpen en een kindje op knapt. Maar echt zo zwaar als het puur karakter is. De volgende keer als je een moeder ziet ploeteren en denkt het komt door opvoeding, denk dan aan mijn verhaal. We doen allemaal ons best, soms moet je gewoon dealen met de karakter van je kind.
MELANY (klik hier voor haar Instagram)