Moeders van peuters opgelet. En dan voornamelijk de moeders van peuters die op het punt staan vier jaar te worden en naar de basisschool te gaan. Ook jullie kan dit overkomen. Lees en huiver …
Als je aan kinderen begint, of er überhaupt al over nadenkt, kom je van alles te weten. Over gebroken nachten wordt gepraat, (horror)bevallingen worden gedeeld, je leert over de borstvoedingsvete, vaccinatiestress, krijgt ‘les’ in flesjes geven, luiers verschonen en dergelijke. Alles wat er maar te maken heeft of kan hebben met het baby-tijdperk wordt uitgebreid besproken. Soms vaker dan je zelf wilt…
Dan komt de dreumes- en peutertijd, waarin iedereen praat over ‘the terrible two’ en waarbij het lijkt alsof we met z’n allen alleen maar monstertjes hebben gecreëerd. Nu weet ik niet hoe het bij jullie zit, maar die van mij komt aardig in de buurt. Maar dat terzijde… Verder gaat het over stapjes zetten, leren lopen, praten, de peuterspeelzaal enzovoort.
Na de peuters krijgen we de kleuters. En kleuters gaan naar de basisschool. Ook daarover wordt gesproken: de kinderfeestjes met bijbehorende traktaties, de boze ogen als je de eerste keer nietsvermoedend uitnodigingen uitdeelt (ín de klas. What was I thinking?!). We bespreken de schoolpleinmoedermaffia, wel of geen continurooster, gymschoenen mee naar school en nog veel meer.
Maar niemand, en dan ook helemaal NIEMAND, heb ik gehoord over de kleine monstertjes die zich schuilhouden onder basisschoolkinderen. Of eigenlijk beter gezegd OP basisschoolkinderen. NIEMAND bereidde mij voor op het bericht waar je niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk jeuk van krijgt … NIEMAND sprak met mij over … de LUIS … (denk hier even een dreigend muziekje en die bekende film voice-over bij voor een extra dramatisch effect: de luissss …)
En dus bracht ik mijn zoon 1,5 jaar geleden super bleu en nietsvermoedend naar school. Naïef dat ik was… Om vervolgens twee weken later (ik herhaal: slechts twee weken later) een brief mee te krijgen dat er luizen in de klas waren gesignaleerd. Ik dacht nog: ‘Nou zeg, dat is ook niet aardig om over een kind te zeggen’, totdat het tot me doordrong dat er niet werd gesproken over een slinks kind, maar dat we het daadwerkelijk hadden over die krioelende beestjes op je hoofd! Ik wist echt serieus even niet waar ik kijken moest. Ik bedoel, ik was er gewoonweg écht niet van op de hoogte dat er nog zoiets als luizenleed bestond tegenwoordig. Wist ik veel!
Gelukkig bleef het luizenleed Sid (en deze mama!) een hele tijd bespaart tot die ene dag afgelopen september. Ik weet het nog als de dag van gisteren. Het was een zonnige nazomeravond … (wellicht is hier wederom een filmisch muziekje op z’n plaats). Sid zat in bad en krabde aan zijn hoofd. Omdat ik inmiddels meer op de hoogte was van het luizenleed, gingen mijn nekharen al lichtelijk overeind staan. Maar goed, iedereen krabt wel een keer aan zijn hoofd natuurlijk, dus niet meteen panikeren. Eenmaal afgedroogd, aangekleed en beneden krabde meneer weer aan zijn hoofd. Oke, nu was ik toch wel alert. En daar ging ik: de eerste keer met mijn handen door zijn haartjes, op zoek naar … Ja, naar wat eigenlijk? Geen idee wat ik zou moeten aantreffen! Totdat ik dus inderdaad zwarte ‘dingetjes’ aan zijn haartjes constateerde. Lang de leve de camerafunctie op smartphones en de klassenapp, want mijn vermoeden werd bevestigd door de medemoeders: het waren neten. Nu was het dus wél geoorloofd om te gaan panikeren! Ik bedoel: iieuw!!
Ik heb Sid meteen behandeld met lotion, op aanraden van een vriendin. Zijn haren goed insmeren, het spul een nacht laten intrekken en ’s ochtends weer uitspoelen. Doodt de levende luizen en ook wat neetjes. En daarna kammen. Veel kammen. Heel veel kammen. Met zo’n enorm vervelende luizenkam waarmee je bijna niet door de haren komt. Wat dus leidt tot een hoop weerstand bij je kids (tip: lekker veel crèmespoeling in die haren doen, dat maakt het een stuk draaglijker voor zowel kind als moeder!). Na zeven dagen moest de behandeling opnieuw (en gedurende die zeven dagen blijf je dus kammen. Veel kammen. Heel veel kammen). Allemaal gedaan en halleluja die vieze beestjes waren verdwenen!
Tot twee weken geleden … En deze keer is het serious business hoor. Afgelopen maandag Sid z’n hoofd maar weer een nachtje in de week gezet. En dus maar weer gaan kammen. Met die stomme kam. Woensdag heb ik zo’n 20-25 van die krengen uit Sid z’n nekhaartjes geplukt. Ik herhaal: z’n nekhaartjes … dat is zo’n 1/10e van z’n hoofd. What the hell?! Intussen denk ik dat het 1-0 is voor team Mama en Sid, maar who knows … die dingen zijn haast niet kapot te krijgen mensen!
Ze hebben het gevraagd hoor, of ik luizenmoeder wil zijn op school. Ik heb vriendelijk bedankt. Geen haar (ha!) op mijn hoofd die daaraan denkt! No way dat ik met mijn vingers door de haren van andere kindjes ga woelen op zoek naar dat minuscule plaaginsect. Hell no … Maar ik heb het twee weken geleden toch wel heel even overwogen. Hoezo was dit leger aan neten twee dagen daarvoor niet opgevallen bij een van de luizenpluismama’s uit zijn klas?! Daar zijn toch juist die controles voor?! Maar nee hoor, ik heb geen berichtje gehad. Nou geloof mij, deze wezens waren niet te missen hoor! Echt, ik krijg dus serieus jeuk van zoiets hè… Maar goed, lange leve de lotion: must have om in huis te hebben (just in case.)!
Helaas is er volgens mij niet heel veel te doen om luizen en neetjes te voorkomen. Met hygiëne heeft het dus niks te maken, het schijnt zelfs dat ze eerder op schoon en pas gewassen haar afkomen. Ik heb ook wel gelezen over tea tree olie in haren smeren, haarlak spuiten en meer van dat soort dingen. Geen idee of het werkt. Volgens mij is het enige dat ‘besmetting’ tegengaat, voorkomen dat kids (of kids en volwassenen) met hun haren tegen elkaar aankomen. Want zo springen die ellendelingen over naar andere hoofdjes. Maar ja, laat dat nou niet echt haalbaar zijn … By the way: stop met het wassen van kleding, beddengoed en weet ik wat nog meer. Dat heeft dus geen nut. Een luis overleeft niet langer dan 48u zonder warmte en bloed … Het is dus geen must, maar kan me voorstellen dat je er een beter gevoel van krijgt door het wel te doen.
Ik begon mijn verhaal trouwens met het aanspreken van moeders met peuters die bijna naar de basisschool gaan. Forget that. Ik bedoel ALLE moeders. Want ook Liv is inmiddels al eens slachtoffer geworden van luizenleed. En dan niet door Sid … Maar Liv mag pas over een jaar naar school.
Goed, ik vond dus dat ik andere onwetende mama’s wel eens mocht waarschuwen voor het luizenleed dat hen eventueel te wachten staat. Zodat ze niet net zo naïef als ik denken dat luizen niet meer voorkomen. Dus bij deze: be aware mama’s, these monsters are everywhere!
En nu heb ik dus ineens zo’n jeuk op mijn hoofd …
-x-
MANON (klik hier voor haar Instagram)