Ik was net drie dagen bevallen van twee prachtige jongens, Henry & Matthew
Helaas lag Matthew op de NICU in verband met zuurstofgebrek bij de geboorte, terwijl Henry met mij mee naar huis mocht gaan. Ik was moe, maar dat was logisch, ik had net een voldragen tweelingzwangerschap en pittige bevalling achter de rug, een van mijn kindjes lag te vechten voor zijn leven en thuis moest ik voor een pasgeborene en een peuter zorgen. Vier dagen na de bevalling was ik zoals elke dag na hun geboorte langs gegaan bij mijn zoontje op de NICU, mijn energie niveau was toen heel laag en bij het zien van mijn mooie jongen vol met slangetjes brak ik. s ’Avonds waren we weer thuis en was ik een beetje bijgekomen. Rond 21 uur hoorde ik Henry huilen. Ik pakte hem op en legde hem op de commode om zijn luier te verschonen. Gezien Henry dysmatuur was, kon hij nog moeilijk zijn temperatuur op peil houden, daarom moest ik hem regelmatig temperaturen. De thermometer gaf 36.1 aan. “Shit, dat is te laag”, dacht ik toen, op dat moment voelde ik een krampachtige pijn op mijn borst die uitstraalde naar mijn linker arm. Mijn eerste gedachte was dat ik waarschijnlijk een spiertje had verrekt.
Ik wikkelde Henry in een warme deken en liep naar de keuken om een flesje voor hem te maken
Toen ik op de bank ging zitten om het flesje te geven, werd de pijn en de druk heviger en riep ik mijn vriend erbij. Hij grapte nog: “Misschien heb je een hart aanval”. Ik heb het nog even volgehouden en ben toen op bed gaan liggen. Hoe ik ook ging liggen de pijn werd er niet minder op en het werd steeds moeilijker om normaal te ademen. Op een gegeven moment zei ik tegen mijn vriend: “Bel maar 112”. Binnen 10 minuten stond er een ambulance voor de deur. Na wat simpele checks kreeg ik een spray onder mijn tong: nitroglycerine om de bloedvaten wijder te maken en werd ik naar het ziekenhuis gebracht.
In het ziekenhuis werd mijn bloed geprikt
Ik kreeg een longfoto en ECG. En een uur later vertelde de dienstdoende arts dat ik een te hoge troponinegehalte in mijn bloed had (een eiwit dat vrijkomt bij schade aan het hart) wat duidde op een hartinfarct. Ze brachten me naar een klein donker kamertje waar ik de nacht door moest brengen en waar ik twee bloedtransfusies kreeg, omdat ik toch vrij veel bloed had verloren tijdens de bevalling. Ik weet nog dat ik niet mijn ogen durfde te sluiten die nacht, te bang dat ik ze nooit meer zou openen.
De volgende ochtend werd ik met een ambulance naar een ander ziekenhuis overgebracht, zodat ik daar een hartkatheterisatie kon ondergaan
De cardioloog kwam binnen. Via mijn pols bracht hij de katheter naar mijn hart. Ik voelde alles en kon alles volgen op een groot scherm. Conclusie van het onderzoek was dat ze geen vernauwingen zagen, maar wel een reststolsel. Dus mijn hartinfarct had kunnen worden veroorzaakt door een bloedstolsel, maar dit was niet zeker.
Al snel kon ik overgeplaatst worden naar het Erasmus MC om dicht bij mijn zoontje te kunnen zijn
Eenmaal daar aangekomen kreeg ik een kamer op de ICCU (Intensive Cardiac Care Unit). Het eerste wat ik vroeg was of ik naar Matthew mocht gaan. Maar ik mocht helaas mijn bed niet uit en ook niet losgekoppeld worden van alle apparaten. Gelukkig maakte de verpleger het mogelijk om mij met bed en al naar de NICU te vervoeren. Daar lag ik dan in mijn grote bed tussen allemaal hardvechtende, veelal premature baby’tjes. Voor de eerste keer kreeg ik die avond Matthew in mijn armen. Ze hadden wat slangetjes losgekoppeld, zodat ik zijn mooie gezichtje beter kon zien. Die avond kwam de kinderarts van Matthew bij mij op bezoek, maar hij had geen goed nieuws. Ze hadden een MRI gemaakt van Matthews hersenen en helaas was de schade veel te groot. Ze stelden voor om de volgende dag de behandeling te staken. Dit was mijn grootste angst geweest en ook al had ik er ergens rekening mee gehouden, het voelde alsnog alsof iemand meerdere malen een mes in mijn buik stak. In de tussentijd verloor ik nog steeds veel bloed en waren mijn borsten aan het exploderen door de stuwing. De arme verplegers wisten niet wat ze met mij aan moesten, zoiets hadden ze nooit meegemaakt op de Cardiologie afdeling.
De volgende dag was het tijd om afscheid te nemen van Matthew
Helaas mocht ik niet aan bepaalde apparaten losgekoppeld worden, want ze wisten niet wat voor effect het sterven van mijn zoontje op mijn hart kon hebben. Matthew mocht echter op een gegeven moment wel los van alle apparaten en slangetjes. Eindelijk kon ik hem helemaal goed van top tot teen bekijken, en wat was hij mooi. Ik kuste zijn hele lichaam, rook aan zijn haren en hield hem stevig vast. Zijn lichaam werd langzaam aan slapper en kouder, totdat de kinderarts geen hartslag meer kon vinden. De volgende dag werd ik ontslagen en mocht ik naar huis om zijn crematie te regelen.
Dit is inmiddels 2,5 jaar geleden en nog steeds ben ik extreem alert voor elk klein pijntje in mijn lichaam
De angst voor een tweede hartinfarct is nog steeds aanwezig, ook al heb ik nu geleerd om het onder controle te houden. Een echte diagnose heb ik nooit gekregen. Mijn cardioloog heeft na een jaar de conclusie getrokken dat het waarschijnlijk een dissectie van één van de kransslagaders is geweest (SCAD). Dit is zeer zeldzaam, maar het treft voornamelijk jonge vrouwen zonder risicofactoren en vooral in de periode postpartum.
Het afscheid moeten nemen van een van mijn kindje en tegelijkertijd het ondervinden dat je lichaam je onverwachts in de steek kan laten, heeft mij veranderd
Ik kan helaas niet meer terug naar mijn leven vol naïeve assumpties, waarin ik dacht dat zulke dingen mij nooit zouden gebeuren, dat alles toch wel op de een of andere manier goed zou komen. Met Matthews dood ben ik wakker geschud. Want soms komt het niet goed, en soms maak je niet één trauma mee, maar meerdere tegelijk. Terug gaan naar je oude ik, is onmogelijk. Het is net alsof je een gebroken spiegel weer terug aan elkaar probeert te lijmen, ook al lukt dat, hij zal er nooit zo uit zien als voordat hij brak. Maar ik realiseerde ook hoe sterk ik was en wat mijn echte prioriteiten waren. Ik werd me bewust van hoe fragiel het leven is en dat morgen niet vanzelfsprekend is. Het belangrijkste was dat ik dit overleefde. Ik ging verder. Immense verdriet was er tegelijk met groot geluk. Henry was er, zonder Matthew.
ELISA