Nummer 2. Volksverhuizingen voor een visite: Afgrijselijk!!!
Iedereen heeft wel zo een eerste moment gehad van een kersvers gezin dat voor de eerste keer bij je op bezoek kwam. Wij hadden toen nog geen kinderen en woonde in een betrekkelijk klein appartementje. Na veel wikken en wegen hadden we dan toch maar besloten vrienden van ons met een baby uit te nodigen. Zo sociaal als we waren hadden we zelf een paar kleine speeltjes gekocht want tja, ik zou en moest natuurlijk wel de tofste oom worden. Maar goed, toen de bel eenmaal ging, let wel: een uur later dan afgesproken, en ik vol enthousiasme de voordeur open trok realiseerde ik me dat het door ons geplande avondje er toch iets anders uit zou gaan zien. “Hallo, wat gezellig… we zijn er hoor…weliswaar een uur later maar ja, we moesten ook nog van alles doen… slaapje hier… papje daar… en we moesten natuurlijk nog van alles meenemen… poeh poeh poeh zucht zucht zucht.” Om eerlijk te zijn was ik bij de zinssnede “weliswaar een uur later” al afgehaakt maar het einde trok dan toch wel weer mijn aandacht… “Van alles meegenomen?” Hoezo dacht ik. Ik heb verdomme een fucking tingeltang voor jullie gekocht. We are prepared for anything!!! Nou, dat had ik me ff een potje mis want drie kussen verder werd ik gevraagd – of beter gezegd, verzocht – mee te lopen naar de auto. Laat ik het zo zeggen… Eenmaal buiten aangekomen stond ik oog in oog met een volstrekt doorgeladen vierwieler… Op dat moment kon ik me niet voorstellen dat er nog plaats was geweest voor twee volwassenen en een kind. Hij moest absoluut lopend zijn gekomen dacht ik, want dat hele kreng was volgeladen met plastic shit, tassen vol luiers en andere bende. “What the fuck, dacht ik. Waar gaan we dit neerzetten?” Een kinderwagen, luiertas, wipper (een wat?), 34 verschillende speeltjes, trappelzak, een reserve trappelzak, een pyjama, een reserve pyjama, een speen, een reserve speen, een reserve voor de reserve speen, een anti kantel kussen (WTF), draagzak, billendoekjes, snoet poetsjes, een kolftas (oké, deze moeten we even onthouden) en God mag weten wat. Het duurde gevoelsmatig toch zeker wel een half uur voordat de auto weer waterpas op de weg stond. Jezus, dacht ik. Die shit moet er zo ook weer in. Pffff… Afgepeigerd en wel was het moment dan eindelijk daar. Alles stond keurig gesorteerd en opgestapeld binnen. Plop, tijd voor bubbels. Maar nee hoor… Kolftijd. Zonder enig gevoel voor schaamte werd er achter een BH voorzien van saloondeuren, een met blauwe aders versierde borst tevoorschijn getoverd… en toen gebeurde het. Ik zal het nooit vergeten. Ja, noem me naïef maar het tafereel dat zich toen voor mijn ogen ontvouwde heb ik toch wel enige tijd met me meegedragen. Amper bijgekomen van de veertig keer dat ik de trap was opgelopen werd er namelijk uit een tas opeens een plastic pomp getrokken die in een hand omdraai aan haar borst werd gekoppeld. Plop, tijd voor melk ipv Plop, tijd voor drank. Het duurde niet lang – om precies te zijn vier pompjes – voordat de productielijn begon te produceren… Twee kleine mini boodschappentassen werden geleegd, en dan moet je verder. Gewoon doen, alsof er niets aan de hand was… Alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Al pompend werd het gesprek ook gewoon weer opgepakt. Blah Blah Blah… Het vloog allemaal langs me heen. Gebiologeerd keek ik toe. Mooi en vreemd tegelijk. Maar goed… Ik dwaal af. Deze blog gaat namelijk niet over de wondere wereld van het kolven maar over de ellende die je allemaal moet doorstaan om überhaupt met je kind ergens naar toe te kunnen.
Dit zou mij nooit gebeuren. Kinderen hebben dat allemaal niet nodig. Duizend jaar geleden werden kinderen in een grot geboren zonder speelgoed, luiers en al dat andere. Back to basic was mijn devies. Maar goed, op de dag dat ik zelf vader werd, realiseerde ik me opeens ook dat ik aan de wieg stond van de ene volksverhuizing na de andere. We hadden destijds een Kever. Ja, een Volkswagen Kever. Zo ongeveer de kleinste auto die er was. Een waarin je precies 1 luier, 1 speen en een Bumba kon vervoeren. Ofwel, precies genoeg. Maar nee hoor… Daar moest volgens mijn vrouw verandering in worden aangebracht…. En als mijn vrouw iets wil, zeker in die tijd, dan zou het ook gebeuren. Het duurde dan ook niet lang, om precies te zijn een week, totdat er een nieuwe auto voor de deur stond. Of beter gezegd een bus. Jaja, opeens was ik de trotste bestuurder van een Volkswagen Transporter. Zelfde merk alleen dan 23,6 keer groter. Zo een waarvan je zeker wist dat je echt alles kon meenemen zonder te hoeven stapelen. Maar God, zoals zo vaak in die periode, en eerlijk gezegd eigenlijk nog steeds, zat ik er wederom naast. Want nu we zoveel ruimte hadden kon ook volgens mijn vrouw ECHT alles mee. Niet alleen de buggy, elektronische eetstoel, want zoals jullie weten kan een kind natuurlijk niet zonder een auto nabootsende eetstoel, voor een decennia lang hydorfielluiers en al het andere dat je in de emotie nodig denkt te hebben maar eigenlijk niet nodig hebt… leek het ons daarnaast ook noodzakelijk om gewoon maar het hele bed mee te nemen want tja, daar slaapt ze zo lekker in, en we hebben per slot van rekening toch ruimte zat. Zwoegend en tierend liep ik dan weer gewapend met een inbussetje heen en weer in de hoop op een helpende hand… God, wat een ellende was dat. Gelukkig ben ik daarvan af. Nu wordt er alleen nog maar omgekeken naar een telefoon en een oplader. Aanzienlijk minder dus…maar owee als een van die dingen wordt vergeten want tja, een telefoon met maar 80% accu… dat kan echt niet.