Een standaard vraag is vaak: “wat voor werk doe je eigenlijk”. Een vraag die snel in een gesprek wordt gesteld. Wanneer ik dan vertel wat ik als werk doe, krijg ik de meest uitéénlopende reacties, maar de “Oh wat heftig”, staat toch wel met stip op nummer 1. Al spoedig wordt het vervolgd met de “Jeetje wat zielig”.
Ik werk dus als verpleegkundige binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie. Ik heb de eer om kinderen tussen de 4 en 18 jaar te begeleiden. Vooral de kinderen 4 jaar jaar lijkt heel wat ‘och, arm kind’ en ‘zo zielig’ los te maken en eerlijk is eerlijk, zo jong zien we ze hier in de praktijk echt maar zelden. Het begint eerder vanaf een jaar of 7, 8. Uiteraard is dit ook nog vroeg, maar een opname bij ons gebeurt dan ook echt niet zomaar out of the blue. Een laagdrempelige beslissing tot opname bestaat niet, integendeel! Meestal is de opname het laatste middel wat nog ingeschakeld kan worden. Vaak hebben er zich al heel wat vreselijke situaties afgespeeld tussen de jongere en de omgeving. Zeker agressieve jongeren durven erg ver te gaan in hun gedrag. Denk bijvoorbeeld maar aan zelf verwondend gedrag, fysieke agressie naar ouders of hulpverlening, agressie met materiaal (rondvliegende stoelen, glazen,… zijn al helemaal niet meer vreemd voor me) of ze bonken hun hoofd tot bloedens toe (en hebben soms zelf letterlijke hersenschade!) tegen de muur. Neem het dus gerust aan dat het gedrag niet volledig strookt binnen de waarden en normen van onze maatschappij. Helaas zien we ook vaker en vaker de zelfmoordgedachten op steeds jongere leeftijd. Angst, zwarte gedachten en minderwaardigheidsgevoelens lijken steeds op zoek naar jongere slachtoffertjes en kunnen (onverwachts) genadeloos hard toeslaan.
En toch is het ook niet zo dat ik hier dagelijks horrorituaties aantref. Natuurlijk kennen we agressie-incidenten en moeilijkheden, suïcidepogingen en ga het lijstje maar af. Toch kennen we ook heel veel mooie momenten, tijdens sessies en therapie, tijdens uitstapjes, gewone individuele momenten en op de jaarlijkse klim-3-daagse.
Het is namelijk ook zo dat het begin meestal het moeilijkste is. Naarmate de tijd vordert zien we positieve veranderingen. Niet alleen kan dit door een eventuele medicamenteuze behandeling komen, maar ook door de 4 gehanteerde pijlers van ons werk. Veiligheid – Verandering – Ontplooiing – Groei. Steunpilaren en duidelijkheden voor onze jongeren, aangevuld met een individueel programma of een vroeg signalisatieplan om te voorkomen dat het uit de hand loopt.
Het is net deze groei die zoveel voldoening kan geven aan mij. De adrenaline wat door je lichaam giert tijdens de moeilijkste momenten, is in de verste verte niet meer aanwezig op het moment dat iemand je uitzwaait en met zijn of haar ouders naar huis wandelt. De ‘Dank je wel voor alles’, tijdens het geven van een tekening of een klein knutselwerkje voor het laatste keer slapen gaan doen nog steeds mijn hart smelten. Waar ik in het begin van mijn carrière moeite had om fysiek contact te leggen, kan ik ze nu wel schaamteloos even tegen mijn boezem trekken voor een innige afscheidsknuffel. Hoe hard het er soms aan toegegaan is, diep in hun hart zijn het schatjes, stuk voor stuk. Mijn liefjes.
Liefs SAAR