Oke, allereerst zal ik uitleggen wat voor vrouw ik ben. Ik hou van kleding, veel kleding. Shoppen is mijn tweede natuur. Noem het een drift. Ook goed. Ik ben er goed in. Dat weet ik. Mijn man zegt dat ik een dure smaak heb, en dat klopt. Chromen kranen, ik wil ze zwart. Een dubbele douche, ik wil er drie naast elkaar. Een ronde bad is de norm, ik wil een vierkant bad in een formaatje mini-zwembad. Ik wil de stalen glazen pui. De zitkuil waarvoor je een grondonderzoek moet doen. Ik wil een Gucci tas, ja een echte. Ik wil een walk-in-closet met veel glas en spotjes. Yes! I want it all! All, I say!
En toen kwam de vakantie in zicht. En het verschrikkelijke moment kwam daar. Het moment dat mijn man een caravan zag. Niet alleen zag, maar ook spontaan heeft gekocht. Mijn god, geluld als brugman heeft hij. ‘Nee, maar schatje – Laura luister – het is echt leuk! Het is even wennen, maar de kinderen zullen het zo naar hun zin hebben’. ‘Maar ik niet’, voegde ik er in gedachten aan toe. Mijn man kent me als de allerbeste en zei glimlachend: ‘Je bent altijd buiten en wordt dus superbruin’. Oke, dat is een serieus pluspunt. Maar jij houdt van luxe, piepte een stemmetje vanaf mijn schouder. Opeens wist ik niet of dat de stem van de engel of de duivel was. Verwarring alom. Ik was even blind. Zwak. En ik stemde met mijn domme hoofd in. ‘Onder de voorwaarde dat we elke dag uit eten gaan en ik geen gore vaat aanraak!’. En ja hoor, we hadden een deal. Samen met de kids weg naar Frankrijk.
En daar kwam de gevreesde dag: de dag waarop de vakantie startte. Mijn man kwam aanrijden met onze mooie auto met een aftandse mini-kip-caravan erachter. Ik verslikte me in een slok water. Er kwam een natuurlijke aversie omhoog. Een dier dat een ander dier wil aanvallen. Ik gaf de caravan een vuile blik en stapte voor in, nadat ik de juichende kinderen achter had vastgemaakt.
Na dertien (!!!!) helse uren, kwamen we gaar en verhit aan op de camping. We reden naar onze plek. Daar zagen we direct dat we geen schaduwplekje hadden. ‘Dat begint goed’, dacht ik. Er kwam al bijna stoom uit mijn oren. Met natte klotsoksels zochten wij samen tientallen tentstokken en stukken voortent. Ik zal je één ding vertellen: alles lijkt op elkaar en niets past godverdomme. Ritsen zaten schots en scheef en er zaten gaten die er niet hoorden. Ik vloekte er op los. Mijn man nam het even over en deed de enorme voortent alleen.
Oke, alles stond. Ow god, als we maar geen regen of storm krijgen. Stop. Laura nu! Even een heerlijke lunch klaarzetten van al het eten dat nog over was van de reis. Nou, daar zaten we dan… op de gammele stoelen. Mijn dochter Lola kiepte natuurlijk direct om. Huilen. huilen. huilen. ‘Zie je’, zei ik. ‘Takkevakantie, in Frankrijk zijn ook overal kuilen in de grond’. En wat denk je?! We waren allemaal klaar met de lunch…. Of ik even wilde gaan afwassen, want mijn man was kapot van de voortent opzetten. Pardon?!?! Is hij onze deal vergeten!? Wel. Heb. Je. Ooit. Ik werd woest! Smeet een pak salami naar het hoofd van mijn man. Alle kinderen waren doodstil en keken met grote ogen naar hun moeder. Mijn man pakte me bij mijn arm en sleurde me op schoot. Hij lachte en riep dat hij wel met de kids ging. Ze schreeuwden en vielen hem allemaal bij. En toen zakten we samen door de stoel. Iedereen lachte zijn longen uit zijn lijf. En ik? Ik deed voorzichtig mee. Heel zachtjes dan….
<3 Laura